De geschiedenis van marihuana

Van plekken waar prehistorische jagers en verzamelaars leefden tot het oude China en Vikingschepen, het gebruik van cannabis vond wereldwijd plaats. In een rapport beschrijft Barney Warf, hoogleraar geografie aan de Universiteit van Kansas in Lawrence, hoe cannabisgebruik duizenden jaren geleden in Azië ontstond en sindsdien zijn weg heeft gevonden naar vele delen van de wereld. “Cannabis werd tijdens de premoderne tijden grotendeels op grote schaal gebruikt voor de geneeskunde en spirituele doeleinden,” stelt Warf. Zo gebruikten de Vikingen en de middeleeuwse Duitsers cannabis voor het verlichten van pijn tijdens de bevalling en om tandpijn tegen te gaan.

Ondersoorten
De cannabisplant kent twee bekende ondersoorten: de Cannabis sativa en de Cannabis sativa L. De Cannabis sativa, beter bekend als marihuana, heeft psychoactieve eigenschappen. De andere ondersoort, Cannabis sativa L., staat bekend als hennep en is een niet-psychoactieve vorm van cannabis, welke gebruikt wordt voor de productie van onder andere olie, kleding en brandstof. De L in de naam werd opgenomen ter ere van de botanicus Carl Linnaeus. Er bestaat echter nóg een psychoactieve soort van de plant, Cannabis indica, die geïdentificeerd werd door de Franse naturalist Jean-Baptiste Lamarck, terwijl de Russische botanicus D.E. Janischevisky een derde psychoactieve soort in 1924 benoemde: Cannabis ruderalis. Zowel de hennep als de psychoactieve marihuana werden in het oude China op grote schaal gebruikt.

Oudste vermelding
De oudst bekende schriftelijke vermelding over cannabisgebruik komt van de Chinese keizer Shen Nung in 2727 vóór Christus. Eén van de vroegste bewijzen van hennepteelt is afkomstig van indrukken van touw op gebroken Chinese aardewerk, ongeveer 10.000 vóór Christus, zegt de Amerikaanse magazine Psychology Today. De Chinezen gebruikten hennep voor kleding, touw en papier, maar tegen de tweede eeuw na Christus raakten Chinese artsen ook bekend met het gebruik van cannabis als verdovingsmiddel. De Chinezen hielden de kunst van het maken van papier honderden jaren geheim, maar uiteindelijk leerden ook de Japanners in de vijfde eeuw na Christus hiervan en raakten de Arabieren er dankzij Chinese gevangenen in de negende eeuw mee bekend.

Een wereldreis
De oude Grieken en Romeinen waren ook vertrouwd met cannabis, terwijl in het Midden-Oosten het gebruik ervan bekend was in het islamitische rijk tot aan Noord-Afrika. Cannabis kwam naar het Midden-Oosten tussen 2000 vóór Christus en 1400 vóór Christus. Daar werd het gebruikt door de Scythen, een nomadische Indo-Europese groep. De Scythen brachten zeer waarschijnlijk de drug naar het zuidoosten van Rusland en de Oekraïne, omdat ze beide gebieden hadden bezet. Germaanse stammen bracht het ook als geneesmiddel bekend staande goedje in Duitsland; van daar uit ging marihuana met de Anglo-Saksische invasies tijdens de vijfde eeuw naar Groot-Brittannië. Uit onderzoek is gebleken dat cannabiszaden ook zijn gevonden in de resten van Vikingschepen, daterend uit het midden van de negende eeuw. In 1545 verspreidde cannabis zich naar het westelijk halfrond, waar de Spanjaarden het Chili binnenbrachten om er de vezels van te gebruiken. In de 19e eeuw bereikte het uiteindelijk Noord-Amerika, waar het in de vorm van hennep op vele plantages werd gekweekt om er touw, kleding en papier van te maken.

Leave a Reply